Hatsekiedee soep van Weekendkokkie

Vooral in het weekend zijn we er dol op: maaltijdsoep. Voorwaarde is wel dat het niet te ingewikkeld moet zijn, want het is tenslotte weekend.

Romig en goedgevuld

Deze Hatsekiedee soep is een romige, goedgevulde tomatensoep met gebakken soepballetjes en gefruite soepgroente.

Dit heb je nodig

2 of 3 ongepaneerde hamburgers
75 gram spekreepjes
250 gram soepgroente
1 fles passata van 690 gram
Honig basis voor tomatencrèmesoep
1 blik tomatenblokjes 400 gram
1 groentebouillontablet
1 rundvleesbouillontablet
3 eetlepels olijfolie
1 mienestje (of vermicelli of macaroni)

Daar gaan we

* Pak een grote (soep)pan want het wordt veel, maar wat overblijft kun je in porties invriezen. Pak ook een iets minder grote pan, daarin gaan we eerst de tomatenmassa maken.

De tekst gaat onder de foto verder.


* Doe de fles passata in de iets minder grote pan en doe er de inhoud van het zakje Honig tomatencrèmesoep erbij. Roer met een garde de soeppoeder door de passata tot alle poeder is opgenomen. Roer ook krachtig over de bodem van de pan.
Zet de pan op zacht vuur. Vul de lege passatafles met water en verdun de massa onder goed roeren. Roer in totaal 3 flessen water door het tomatenmengsel. Verruil de garde voor een houten lepel en blijf goed over de bodem roeren en langs de randen van de pan, het mag natuurlijk niet aanbranden.

* Terwijl het tomatenmengsel onder af en toe roeren langzaam warm wordt, pak je ondertussen de grootste pan.

De tekst gaat onder de foto verder.

* Laat 3 eetlepels olijfolie warm worden in de soeppan en bak op zacht vuur de spekreepjes uit.

* Draai ondertussen soepballetjes van de hamburgers.

* Als de spekreepjes bruin zijn doe je de soepballetjes erbij en laat ze in een paar minuten aan alle kanten bruinen.

* Doe er nu de soepgroenten bij en roer ze door het vlees. Fruit het geheel een paar minuten aan. Geef een flinke draai met de peper- en zoutmolen.

* Doe nu de tomatensoep uit de andere pan bij de soepgroenten en het vlees en roer goed door.

De tekst gaat onder de foto verder.

* Doe de twee bouillonblokken erbij, het blik tomatenblokjes en knijp het mienestje fijn boven de soep.

* Roer door en verwarm het geheel door en door op zacht vuur tot de soep na een kwartiertje door en door heet is. Breng verder op smaak met zout en (zwarte) peper uit de molen. Af en toe roeren en klaar is de Hatsekiedee soep. Lekker met een hard broodje.

Tip: wil je er wat meer vlees in, snij dan een halve chorizo- of salamiworst in stukjes en bak die mee met de spekreepjes en gehaktballetjes.


Met deze granola staat de zomer op je ontbijtafel

Wat een fijne manier de dag te starten. Begin eens met een schaaltje yoghurt en zelfgemaakte granola. Deze variatie met zomerse smaken als ananas en kersen is heerlijk. Trouwens, zomergranola doet het ook goed als strooisel op toetjes en taarten. Vang de zomer in een pot en dat doe je zo.

Dit heb je nodig voor krokante zomergranola

225 gram havervlokken
pistachenoten, hazelnoten, pecannoten en walnoten (bij elkaar 200 gram en alles gepeld, gebrand en ongezouten)
100 gram gedroogde ananasstukjes
50 gram gedroogde kersen
1 flinke hand gedroogde bananenschijfjes
50 gram rozijnen (gewassen en gedroogd)
4 eetlepels gewone huishoudstroop
3 eetlepels honing
2 eetlepels kristalsuiker
1 snuf zout
30 gram roomboter
1 zakje vanillesuiker
1 ei
citroensap (uit een flesje)

Bakpapier

Daar gaan we

* Verwarm de oven voor op 150 graden.
* Bekleed de bakplaat met bakpapier.
* Was de rozijnen en laat ze drogen op keukenpapier.
* Doe een eetlepel citroensap in de schone kom van de mixer en veeg met een propje keukenpapier het citroensap langs de wanden van de kom droog. Haal de vochtige citroensapprop ook langs de kloppers van de mixer. Nu is alles vetvrij.
* Splits het ei en doe het eiwit in de vetvrije kom.
* Mix met de mixer het eiwit helemaal tot stijve pieken.
* Doe in een andere grote kom de havermout en alle noten. Schep met een houten lepel goed door elkaar.

De basis van granola zijn havermoutvlokken, met de overige ingrediënten kun je naar smaak variëren.

* Smelt de roomboter in een pannetje, maar het mag niet bruin worden. Zodra de roomboter is gesmolten doe je de stroop erbij. Roer even door en doe er nu ook de vanillesuiker en de snuf zout bij.
* Laat een minuutje pruttelen en giet het dan bij het havermoutmengsel.
* Schep met de houten lepel goed door elkaar tot alles is bevochtigd met het boter-siroopmengsel.
* Schep nu het eiwit door het havermoutmengsel en blijf door elkaar scheppen met de houten lepel tot je geen eiwit meer ziet en alles goed gemengd is.

Roer met een houten lepel tot je geen droge stukjes meer ziet.

* Verdeel de granola over de met bakpapier beklede bakplaat in zo groot mogelijke plak die zoveel mogelijk overal even dik is.
* Besprenkel de granolalaag met de honing en de kristalsuiker.

Verdeel het over de met bakpapier beklede bakplaat en verdeel er dan de honing en kristalsuiker over.

* Bak de laag granola zo'n 30 tot 40 minuten in het midden van de oven zonder er verder aan te komen. Kijk zo af en toe of de bovenlaag niet te snel donker wordt. Temper anders de temperatuur. Bak tot de bovenlaag mooi donkergoudbruin is.
* Haal de bakplaat uit de oven en laat het een aantal uren volledig afkoelen zonder er verder aan te komen.
* Als het helemaal koud is kun je de granola in kleine brokjes breken boven een grote kom. Doe de rozijnen, kersen, ananas en bananen erdoor. (Vind je de bananenschijfjes te groot, dan kun je zo ook kleiner breken)

In een goed gesorteerde winkel kun je kiezen uit gedroogd fruit. Wij deden de inkopen voor dit recept bij onze overbuurman Gewoon Super op de Blekersdijk in Dordrecht.

* Als alles goed is gemengd, kun je de zomergranola bewaren in goed afsluitbare potten. Het blijft zeker een paar weken goed.


Snickers-koek is lekker in de overtreffende trap

Als je de show wilt stelen met wat lekkers bij de koffie of de thee, dan is het volgende recept het antwoord. De koek is snel gemaakt en smaakt gruwelijk lekker. Wij van Hallo Dordrecht vinden het wel zo'n beetje het antwoord op alles wat een mens gelukkig kan maken.

Deze Snickers-koek houdt een beetje het midden tussen een koek, een cake en een brownie. Maar omdat hij tamelijk plat blijft, hebben we hem toch maar een koek genoemd. De koek heeft een intense chocoladesmaak. Eigenlijk is hij de andere dag op zijn lekkerst, maar ja, wie kan er nou zo lang wachten?

Dit heb je nodig:

6 grote Snickers
230 gram ongezouten roomboter
2 eieren plus 1 eidooier
130 gram witte bloem
330 gram suiker
120 gram extra pure chocolade met een hoog cacaopercentage, het liefste 78%
2 theelepels vanille-extract
¼ theelepel zout
25 gram cacaopoeder

spuitbus bakblikinvetter
bakpapier
een vierkante bakvorm van 20 centimeter

Verwarm de oven voor op 175 °C.

Snij elke Snickers-reep in 6 stukken. Niet stiekem van eten! Vet je bakvorm in met de spuitbus bakblikinvetter. Bekleed de bodem en twee zijkanten met een stuk bakpapier dat je op maat hebt geknipt. Spuit nogmaals over het papier en de twee 'blote' kanten van de vorm.

Doe de boter en de chocolade in een hittebestendige kom en laat het au bain-marie smelten. Haal de kom van het hete water af en zet even apart.

Klop intussen in een andere kom de twee eieren en de eidooier met de suiker, het zout en het vanille-extract ongeveer 5 minuten tot het heel licht van kleur is en als een lint van je garde loopt.

Spatel rustig de vloeibare chocoladeboter bij de luchtige eieren. Blijf rustig en voorzichtig spatelen (niet wild roeren!) tot het gemengd is. Doe er nu de bloem en het cacaopoeder bij en spatel weer heel rustig tot alles gemengd is. Niet langer spatelen dan nodig is.

 

Verdeel de helft van het beslag in de vorm. Leg de stukken Snickers naast elkaar op het beslag en dek af met de andere helft van het beslag. Bak de koek 40 minuten in de oven.

Laat het in de vorm afkoelen tot lauw. Til de koek aan het papier uit de vorm en laat op een rooster volledig afkoelen voordat je het in stukken snijdt. De koek is lekker bij de koffie en een kopje thee, maar is met een bolletje vanilleijs ook nog eens superlekker dessert.


Huh? Stoofperen in de zomer? Ja! Zo maak je een frisse taart

Koning onder de stoofperen is de Gieser Wildeman. Dit stoofperenras geeft de lekkerste peertjes als je ze lang op heel laag vuur laat stoven, wel zo'n twee uur. Met het lange stoven verdwijnt de ietwat korrelige structuur van het vruchtvlees en worden de peertjes fluweelzacht. Maar ja, de peertjes zijn er van ongeveer oktober tot en met februari en stoven is niet echt aanlokkelijk op een hete zomerdag. Toch smaken koude stoofpeertjes heerlijk fris in de zomer. Wat nu?

Een zomerse twist

Weekendkokkie is voor gemak, dat kun je vast beamen als je de recepten ziet in deze rubriek. Daarom maken we deze stoofperentaart met peertjes uit een pot. Op de foto's zie je het resultaat van het originele winterse recept, maar wij geven het nu een zomerse twist met een bodem van lange vingers.

Zo maak je een frisse stoofperentaart

150 gram roomboter
1 pak lange vingers (175 gram)
2 potten stracciatella kwark à 450 gram
2 potten à 350 gram stoofperen op lichte siroop
150 gram kristalsuiker
12 gelatineblaadjes Dr. Oetker
40-50 gram geschaafde amandelen

een springvorm van ø 24 (hoge taart) of ø 26 (grotere lage taart)

Daar gaan we dan:

* Rooster de amandelen in een droge koekenpan. Schud ze steeds om tot ze goudgeel zijn. Laat afkoelen op een bord.
* Doe lange vingers in de keukenmachine en maal ze helemaal fijn. Smelt de roomboter in een steelpannetje. Haal van het vuur. Doop een keukenkwast in de vloeibare boter en beboter eerst de taartvorm. Voeg dan lange vinger-kruimels bij de boter en roer alles goed door met een houten lepel.
* Verdeel de boter-kruimelmassa over de bodem van de springvorm. Druk met de bolle kant van een lepel alles goed aan. Zet de vorm in de koelkast.
* Laat de stoofpeertjes uitlekken, maar vang het sap op.
* Week 12 gelatineblaadjes in een ruime schaal met koud water.
* Doe de inhoud van de twee potten kwark in een andere ruime kom.
* Snij vier stoofpeertjes overlangs door en hou ze apart als decoratie op de taart. Snij de overige stoofpeertjes in blokjes en doe ze bij de kwark.
* Doe het opgevangen sap in een pannetje en meng er de kristalsuiker door. Breng aan de kook. Knijp de gelatineblaadjes uit en los ze op in het suikersap. Draai daarna direct het vuur uit. Roer even goed en laat het een minuutje staan.
* Doe het gelatinemengsel bij de kwark en roer nu alles voorzichtig met een grote houten lepel door elkaar tot de kwark al het vocht heeft opgenomen en de kwark verder glad is.
* Haal de springvorm uit de koelkast en giet het kwarkmengel op de lange vinger-kruimelbodem.
* Laat de taart in de koelkast ongeveer drie uur opstijven. Decoreer voor gebruik de taart met de achtergebleven stoofperenplakjes en het amandelschaafsel. En klaar is het Weekend-kokkie!

Dit recept is dus een variatie op de stoofperentaart uit het Dordrechts Winterboek. In het boek staan nog veel meer recepten die je ook best in de zomer kunt maken.


Zo belachelijk makkelijk is zelf pindakaas maken

Er zijn mensen die niet kunnen koken. Voor dit recept is dat helemaal niet erg, want je hebt nog nooit zoiets makkelijks gemaakt als dit recept. Hou je van pindakaas? Let dan even op.

Voor de pindakaas-fan

Wie als echte pindakaas-fan eenmaal zelf een keer pindakaas heeft gemaakt, wil meestal niets anders meer. Het enige dat je qua apparatuur in huis moet hebben is een foodprocessor. Je kunt de pinda's ook in een vijzel malen, maar dat vindt Weekendkokkie dan net weer een beetje teveel gedoe. Laat de foodprocessor het werk doen!

Dit is het verschil

We willen nog even iets vertellen over het verschil tussen een pot pindakaas uit de winkel en een pot zelfgemaakte pindakaas. De pindakaas uit de winkel bevat emulgatoren die alle ingrediënten bindt en er een smeuïge massa van maakt. Dat heb je in de hobbykeuken niet. Als je pinda's langdurig maalt, dan splitst de olie zich van de noot. Sommige mensen zitten daar niet meer en roeren de bovenliggende olie door de pasta voordat ze hun boterham besmeren. Je kunt er wel iets aan doen.

Geen stopverf

Door er wat extra arachideolie bij te doen, bindt dat al wat en eventueel kun je ook een klein lepeltje allesbinder door de pindakaas mengen tijdens het malen. Maar gebruik niet teveel, want het verandert dan snel in stopverf en dat wil je ook niet. Bewaar je zelfgemaakte pindakaas altijd in de koelkast. De koude omgeving zorgt er ook voor dat je pindakaas geen oliebad heeft. En dan gaan we het nu gewoon maken!

De ene pinda is de andere niet

O ja, nog even dit: De ene pinda is de andere niet. Wij vinden de pinda's van Harry's notenbar op de markt perfect geschikt voor deze pindakaas. Je krijgt dan pindakaas met een volle verse pindasmaak.

Dit heb je nodig

250 gram doppinda's (het gewicht als ze gedopt zijn)
250 gram gezouten pinda's
ongeveer 2 eetlepels arachideolie (= pindaolie)
½ tot 1 theelepel zout
(eventueel 1 koffielepeltje allesbinder)
1-2 brandschone jampotten met deksel

Daar gaan we

* Verwarm de oven voor op 180 graden.
* Dop de pinda's. Haal van de helft van de pinda's de velletjes eraf, bij de andere helft mag het velletje blijven zitten.
* Spreid alle doppinda's uit over de bakplaat en rooster ze ongeveer 15 minuten tot ze goudbruin zijn. Zonodig even keren voor een gelijkmatige bruining.
* Laat de pinda's op een bord helemaal afkoelen.
* Doe de afgekoelde pinda's samen met de andere gezouten pinda's en een half theelepeltje zout in de kom van de foodprocessor en maal tot de pinda's glad en zacht zijn.
* Voeg eerst 1 eetlepel olie toe en zet de machine weer aan. Stop de machine af en toe om met een spatel langs de rand van je kom te gaan, want alles moet helemaal glad worden. En proef (steeds met een schoon lepeltje) of er nog wat zout bij moet.
* Maal tot het helemaal glad is naar jouw zin. Mag het wat korrelig zijn, stop dan eerder met malen. Is de pindakaas nog te stijf, doe er dan nog een lepeltje arachideolie bij.
* De pindakaas lijkt nu wat dunnig, maar dat komt door de warmte van het malen en de machine. Het stijft in de koelkast heus op tot pindakaas.

Je kunt ook pindakaas met een smaakje maken door er bijvoorbeeld honing aan toe te voegen of sambal als hartig je voorkeur heeft. In de koelkast blijft de pindakaas maanden goed, maar je moet altijd een schoon mes of lepeltje gebruiken om de pindakaas uit de pot te halen.


Zomerse Weekendkokkie met deze appel-citroen plaatkoek

Als het snikheet is, heeft niemand zin om lang in de keuken te staan. En er zullen ook wel mensen zijn die niet lang in de keuken willen staan als de ijspegels aan het raam hangen. Dus: dit is een recept voor werkelijk iedereen.

Geef eens gul

Gebak dat op de bakplaat wordt gebakken laat zich gul uitdelen. En is het teveel om in één koffie- of theemoment op te eten, dan kun je de koek in stukken snijden en invriezen. Bestuif ze dan na het ontdooien en zo kort mogelijk voor het opdienen met poedersuiker. Maar laten we het eerst maar eens gaan maken.

Dit heb je nodig

300 g zelfrijzend bakmeel (Koopmans)
200 g roomboter
160 g witte basterdsuiker
snufje zout
1 ei
1 kg Elstar appels
2 volle eetlepels kristalsuiker
2 volle eetlepels custard
1 eetlepel rum essence
1 eetlepel citroen essence
citroensap uit een flesje of van een verse citroen
75 g grote rozijnen
25 gram amandelschaafsel

De bakplaat uit je oven of een andere grote platte ovenschaal
Extra kom voor de appelpartjes
Groot vel aluminiumfolie

* Plaats het rooster iets onder het midden van je oven en verwarm de oven op 160 graden.
* Doe de rozijnen in een kommetje, doe er de eetlepel rum essence bij en giet er zoveel kokend water over tot alle rozijnen net onder staan. Laat het zo staan.
* Spray de bakplaat met bakspray, leg er een bakvel op en spray nogmaals (ook de opstaande randen)
* Roer de boter zacht in een beslagkom en voeg de basterdsuiker en het zout toe.
* Doe in gedeelten het bakmeel erbij.
* Doe het ei erbij en mix met de mixer met deeghaken of de roerder van de keukenmachine of met de hand tot je een samenhangend deeg hebt.
* Druk het deeg gelijkmatig uit op de bakplaat. Zet de bakplaat in de koelkast om te rusten. Past de bakplaat niet in de koelkast, zet hem dan ergens koel weg.
* Snij de appels een voor een door eerst de appel in vieren te snijden, de schil en het klokhuis te verwijderen en daarna het partje nog één keer door te snijden. Doe de partjes in de kom.
* Besprenkel na iedere appel met citroensap.
* Als alle appels zijn gesneden en met citroensap zijn besprenkeld, doe je er de eetlepel citroen essence bij. Schep alles om.


* Doe de 2 volle eetlepels kristalsuiker erbij en schep weer om.
* Pak de bakplaat er weer bij en verdeel de 2 volle eetlepels custardpoeder over het deeg.
* Kiep de hele kom met appelpartjes om boven de bakplaat, inclusief het vocht.
* Verdeel de partjes over de bakplaat.
* Giet de rozijnen af in een vergiet en verdeel de rozijnen tussen de appelpartjes.
* Verdeel het amandelschaafsel over de appelpartjes en rozijnen.


* Schuif de bakplaat in de oven en zet de wekker op 60 minuten.
* Draai na 30 minuten de bakplaat om zodat de achterkant naar voren komt.
* Bak nog 30 minuten. Temper de hitte als het nu al te hard gaat en dek desnoods af met aluminiumfolie.
* Haal de bakplaat na een baktijd van 60-70 minuten uit de oven als de appel en de koek mooi bruin gebakken is.
* Laat de bakplaat op een rooster helemaal afkoelen.


* Bestuif voor het opdienen met poedersuiker en eventueel een toef slagroom.

Weekendkokkie hoeft natuurlijk niet te zeggen dat dit een lekker, frisse zomerkoek is bij de koffie of bij een kopje thee.