Huh? Stoofperen in de zomer? Ja! Zo maak je een frisse taart

Koning onder de stoofperen is de Gieser Wildeman. Dit stoofperenras geeft de lekkerste peertjes als je ze lang op heel laag vuur laat stoven, wel zo'n twee uur. Met het lange stoven verdwijnt de ietwat korrelige structuur van het vruchtvlees en worden de peertjes fluweelzacht. Maar ja, de peertjes zijn er van ongeveer oktober tot en met februari en stoven is niet echt aanlokkelijk op een hete zomerdag. Toch smaken koude stoofpeertjes heerlijk fris in de zomer. Wat nu?

Een zomerse twist

Weekendkokkie is voor gemak, dat kun je vast beamen als je de recepten ziet in deze rubriek. Daarom maken we deze stoofperentaart met peertjes uit een pot. Op de foto's zie je het resultaat van het originele winterse recept, maar wij geven het nu een zomerse twist met een bodem van lange vingers.

Zo maak je een frisse stoofperentaart

150 gram roomboter
1 pak lange vingers (175 gram)
2 potten stracciatella kwark à 450 gram
2 potten à 350 gram stoofperen op lichte siroop
150 gram kristalsuiker
12 gelatineblaadjes Dr. Oetker
40-50 gram geschaafde amandelen

een springvorm van ø 24 (hoge taart) of ø 26 (grotere lage taart)

Daar gaan we dan:

* Rooster de amandelen in een droge koekenpan. Schud ze steeds om tot ze goudgeel zijn. Laat afkoelen op een bord.
* Doe lange vingers in de keukenmachine en maal ze helemaal fijn. Smelt de roomboter in een steelpannetje. Haal van het vuur. Doop een keukenkwast in de vloeibare boter en beboter eerst de taartvorm. Voeg dan lange vinger-kruimels bij de boter en roer alles goed door met een houten lepel.
* Verdeel de boter-kruimelmassa over de bodem van de springvorm. Druk met de bolle kant van een lepel alles goed aan. Zet de vorm in de koelkast.
* Laat de stoofpeertjes uitlekken, maar vang het sap op.
* Week 12 gelatineblaadjes in een ruime schaal met koud water.
* Doe de inhoud van de twee potten kwark in een andere ruime kom.
* Snij vier stoofpeertjes overlangs door en hou ze apart als decoratie op de taart. Snij de overige stoofpeertjes in blokjes en doe ze bij de kwark.
* Doe het opgevangen sap in een pannetje en meng er de kristalsuiker door. Breng aan de kook. Knijp de gelatineblaadjes uit en los ze op in het suikersap. Draai daarna direct het vuur uit. Roer even goed en laat het een minuutje staan.
* Doe het gelatinemengsel bij de kwark en roer nu alles voorzichtig met een grote houten lepel door elkaar tot de kwark al het vocht heeft opgenomen en de kwark verder glad is.
* Haal de springvorm uit de koelkast en giet het kwarkmengel op de lange vinger-kruimelbodem.
* Laat de taart in de koelkast ongeveer drie uur opstijven. Decoreer voor gebruik de taart met de achtergebleven stoofperenplakjes en het amandelschaafsel. En klaar is het Weekend-kokkie!

Dit recept is dus een variatie op de stoofperentaart uit het Dordrechts Winterboek. In het boek staan nog veel meer recepten die je ook best in de zomer kunt maken.